Ilona Thyssen

3 Denkfouten van perfectionisten

Veel cliënten in mijn praktijk zijn er (soms onbewust) van overtuigd dat ze perfect moeten zijn “Ik heb pas waarde als ik perfect ben. Ik moet mijn bestaansrecht dus verdienen door perfect te zijn.” Alles wat ze doen moet meer dan goed zijn, ze mogen van zichzelf geen fouten maken, ze moeten zich altijd 200% inzetten, altijd alles onder controle hebben en uiteindelijk…wordt dit een uitputtingsstrijd die kan leiden tot psychische kwalen zoals depressie, burn-out, CVS, …
Laten we eens 3 veelgemaakte denkfouten van perfectionisten op een rijtje zetten en proberen te nuanceren…

DENKFOUT 1: IK MOET ME ALTIJD VOOR 200% INZETTEN
Op het eerste zicht klinkt dit eigenlijk helemaal niet zo negatief. Wie wil er nu geen vriend(in), collega, ouder of medewerker die zichzelf zo sterk inzet? Maar de waarheid is anders: een inzet van 200% bestaat niet. Het is een vorm van roofbouw en overbelasting van jezelf. Jezelf inzetten voor 200% is simpelweg niet haalbaar aangezien je slechts maximaal 100% te geven hebt. Iedereen die altijd 200% geeft, stort vroeg of laat in of krijgt een burn-out.
Het is beter te streven naar 80% en dat heel lang vol te houden. Ik raad mensen aan om te trachten die controle wat te lossen. Je kan op die manier op een constant niveau presteren en tegelijkertijd zorg je hierdoor veel beter voor jezelf vandaag en op langere termijn.
Pieken kunnen opgevangen worden door op te schakelen naar 100%, zonder dat je op ieder moment het risico loopt overspannen te worden.

DENKFOUT 2: PERFECTIONISME IS IETS POSITIEFS
Op zich zit hier wel waarheid in; het werk van een perfectionist is af, het plaatje klopt, ze lijken overal ‘on top’ te zijn maar toch kan deze denkwijze op langere termijn schadelijke gevolgen hebben. De interne monoloog van een perfectionist ziet er vaak als volgt uit: “Waarom wil ik perfect zijn? Om me goed te voelen. Maar waarom voelt perfectionisme dan zo vaak verlammend? Omdat ik steeds de perfectie niet bereik. Als perfectie voor mij een voorwaarde is om gelukkig te zijn, dan zal ik maar een paar momenten in mijn leven gelukkig zijn. Ik ben op weg naar perfectie, zodat ik me uiteindelijk goed voel. Maar de weg daarnaartoe voelt heel zwaar en veeleisend. Is het dan wel de goede weg?”

Bij perfectionisme hoort ook vaak zwart-witdenken. “Mijn werk is goed of niet.” “Ik ben een goede moeder of niet”
De wereld zit gelukkig genuanceerder in elkaar en bovendien kan men minder perfectionistisch worden zonder het karakter daarvoor te hoeven veranderen. Aan de hand van technieken uit de cognitieve gedragstherapie leggen we de denkpatronen bloot en gaan we deze realistischer maken.

DENKFOUT 3: IK MAG GEEN FOUTEN MAKEN
Perfectionisten voelen angst om fouten te maken, hetgeen kan zorgen voor uitstelgedrag en hen ervan kan weerhouden nieuwe dingen uit te proberen. Zonder fouten maken is er echter geen groei en succes. Het is juist door fouten te maken dat je vooruitgang boekt en kan bijleren. Zo goed als alles wat je voor de eerste keer probeert, verloopt niet 100% foutloos.  
Hoe vaak mag een kind vallen als het leert lopen? Wanneer besluit het kind om er maar mee op te houden omdat het toch niet lukt?
Mensen die veel bereiken en hun groeipotentieel maximaliseren, hebben ook de meeste teleurstellingen ervaren. Hun succes zit erin dat ze weer zijn opgestaan en verder gegaan. Ze hadden de moed om te proberen, ze laten de mislukking achter zich en zetten door. Thomas Edison was een succesvolle uitvinder, hij heeft meer dan 1000 patenten op zijn naam staan. Tegelijkertijd is Edison beroemd om zijn uitspraak over alle mislukkingen voordat hij een functionerende gloeilamp had gemaakt: "I haven't failed, I have just found 10.000 ways that won't work"
Gemaakt met